IEDEREEN HEEFT EEN GEWETEN, DAAR MOET JE BEGINNEN

Secretarius
oktober 2023

Soms mogen dingen van de wet, maar moeten ze dan ook? Compliance is niet hetzelfde als ethiek, benadrukt Joost Röselaers, predikant van Vrijburg, de remonstrantse kerk in Amsterdam Zuid. Compliance maakt mensen lui. Eigenlijk, zegt hij, zou elke organisatie een huisethicus moeten hebben. ‘Iemand bij die je binnen kunt stappen en zeggen: dit mag, maar het klopt niet.’

Tot 2017 werkte Joost voor de Nederlandse kerk in de Londense City, rond 1550 opgericht door protestanten die uit Nederland waren gevlucht voor het katholicisme. Hij sprak er veel landgenoten die in de City werkten voor banken als ABN, ING, Van Lanschot en de Rabobank. Inspirerend, vond Joost. ‘Het zijn slimme mensen die excelleren in hun vak. Erudiet, ambitieus, snelle denkers, breed geïnteresseerd.’
Bankiers legden hem de ethische dilemma’s voor waarmee ze zich in de financiële wereld geconfronteerd zagen. ‘Bij die grote banken is de ruimte er niet om met elkaar het gesprek te voeren over spiritualiteit en ethiek. Met zulke gesprekken geef je de stem van het geweten weer een plek. Vaak ging het over het verschil tussen compliance en ethiek. Compliance is wat mag van de bank. Ik mag mijn geld in Barbados stallen. Het mag, maar het voelt niet goed. Dat wringt. Maar het ging ook over de prestatiecultuur, over de salarissen, over de mores. Als een deal na nachten onderhandelen rond is gekomen, ga je met z’n allen naar het bordeel om het te vieren. Niet dat je daar meteen mee hoeft te stoppen, maar je kunt wel kritische vragen stellen. Moet dit altijd standaard op deze manier gevierd worden? Wij als getrouwde mannen?’

Verantwoordelijkheid

Overkoepelend thema in die gesprekken was volgens Joost ‘het dilemma dat je een systeem in stand houdt dat niet goed is voor de wereld, maar dat je met elkaar in dat schuitje zit. Je moet wel meevaren, want als je uitstapt, valt je leven in elkaar: dat mooie huis waarin je woont, de privé school waar je kind naartoe gaat, allemaal afgelopen. Ik zit daar niet om te oordelen, maar vraag wel: welke waarden liggen daar dan onder? Waarom klopt het voor jou niet? Het ging dus ook over de verantwoordelijkheid die je als bankier hebt voor het welzijn van de wereld. Stiekem dacht ik wel eens: jij zou zoveel mooie dingen kunnen doen. En daartoe probeerde ik ze dan ook te stimuleren.’
Amsterdam is geen Londen, maar de sfeer van de Zuidas lijkt wel op die van de City. En hoewel hij in zijn werk nog steeds meer bankiers ziet dan de gemiddelde predikant, is Joost blij dat zijn remonstrantse gemeente in Amsterdam niet enkel uit bankiers bestaat. ‘De excessen zijn hier minder groot, maar de kernvraag is dezelfde: hoe kan ik mijn werk inzetten ten behoeve van het goede? Hoe zorg je dat een bank dienstbaar is en niet alleen een geldmachine?’

Nederland heeft geen narratief

Maatschappelijke ontwikkelingen als de ontkerkelijking en individualisering hebben een gat geslagen in de Nederlandse samenleving, zegt Joost. ‘We hebben geen taal meer voor het begrip wij. En anders dan Engeland of Frankrijk heeft Nederland ook geen narratief. Het Engelse verhaal draait om het Britse wereldrijk en de tradities, het Franse om de verlichting en het ideaal van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Dat krijgt iedereen met de paplepel ingegoten. Nederland mist zo’n verhaal. Wat hebben wij nou? Koningsdag, een soort vlooienmarkt. We putten niet uit onze geschiedenis. Je bent er niet trots op een Nederlander te zijn. Hier waren de zuilen altijd heel belangrijk, maar dat houvast is verdwenen. Koopman zijn, misschien is dat wel ons narratief, maar dat biedt weinig ethisch houvast.’
Het heeft zijn weerslag in de manier waarop ons land wordt bestuurd, vindt Joost. ‘Vooropgesteld: ik ben heel blij met onze regering. Maar we worden geregeerd door consultants. Onze bestuurders fiksen problemen, maar er zit geen idee achter. Van iemand als Angela Merkel voelde je: daar staat iemand met een verhaal. Maar zulke leiders zijn tegenwoordig schaars. Macron probeert het een beetje. Theresa May vond ik ook sterk. Nadat haar partij het land in de verdommenis had gestort met dat idiote referendum liep iedereen weg, en zij zei: dan doe ik het wel. Maar ze heeft het niet gered.’

Waar doen we het voor?

Ook bij bedrijven en organisaties verdwijnt het onderliggende verhaal maar al te vaak uit beeld, vindt Joost. ‘Ik was een groot fan van CEO Paul Polman van Unilever, die zei: “Het gaat niet om jaarcijfers, het gaat om de impact die je hebt en om de plek die je als bedrijf inneemt in het grote geheel.” Purpose. Waar doen we het voor? Natuurlijk: er moet geld verdiend worden, maar wat wil je nou eigenlijk betekenen? Ook in de publieke sector zie je op dit punt soms een vacuüm. De toeslagenaffaire is wel het meest sprekende voorbeeld. Maar denk ook aan de huisartsen die gek worden van de bureaucratie. Het doel van een huisarts is patiënten beter maken. Denk er dus over na hoe je dat zo goed mogelijk faciliteert.’


‘Compliance, dat zijn externe wetten
die bepalen of je goed handelt of niet.
Daar word je moreel lui van’


Compliance is geen ethiek

In de pragmatische Nederlandse stijl van besturen is compliance steeds belangrijker. Joost is er geen fan van. ‘Het is een manier van denken waar onze samenleving niet beter van wordt en die ik overal terug zie komen. Het is wettisch denken. Compliance is geen ethiek. Het zijn de externe wetten die bepalen of je goed handelt of niet. Daar word je moreel lui van. Iedereen heeft een geweten, een moreel kompas. Daar moet je beginnen. Ik snap dat je regels nodig hebt, maar het is de helft van het verhaal.’
Organisaties zouden ook ruimte moeten scheppen om ethische vragen te bespreken, vindt Joost. ‘Daag je mensen uit om zelf na te denken. Eigenlijk zou je in elke organisatie een huisethicus moeten hebben, iemand bij wie je binnen kunt stappen en zeggen: dit mag, maar het klopt niet. Ik denk trouwens dat een bestuurssecretaris die rol best kan vervullen. De secretaris is iemand die alles hoort en alles weet, en bovendien de sparringpartner van het bestuur. Juist in die rol kun je ethische vragen stellen. Vergelijk de rol van de secretaris eens met die van de hofnar. De hofnar weet ook alles wat er speelt. Hij brengt die boodschap op zijn eigen geestige manier over aan zijn meester, maar is vooral een zegger van waarheid. Eigenlijk heeft elke CEO een hofnar nodig. Als de CEO het contact met de werkelijkheid verliest, gaat het mis.’

DELEN IS VERMENIGVULDIGEN

GERELATEERDE KENNISBRONNEN